Dit jaar doe ik mee met een werkgroep die nadenkt over hoe we het VMBO interessanter kunnen maken voor de leerlingen en hun ouders. Uit de eerste gesprekken blijkt dat er een imagoprobleem is aangaande het VMBO. Dit imago is echter niet terecht en doet te kort aan het goede onderwijs wat gegeven wordt en moeten we zien te veranderen.
Maar hoe poets je een imago op? Waar komt dit imago vandaan? Waar ligt de bron van dit imago, wie werpt dit op en wie houdt dit in stand? Zomaar wat vragen die passeren als we nadenken over dit probleem. In een aantal blogs bespreek ik een aantal van deze problemen. In deze eerste blog probeer ik eerst het onderwijssysteem kort uit te lichten, hieruit komen de eerste ‘vreemde’ situaties al gelijk naar boven die leiden tot de bijzondere situatie.
Om een en ander te begrijpen is het van belang dat we snappen hoe het onderwijssysteem grofweg in elkaar zit. In het bovenstaande schema is dit schematisch weer gegeven.
Het Praktisch Onderwijs laat ik in het geheel buiten beschouwing in de blogs en richt mij slechts alleen op de 3 overige stromingen welke vanuit het BO (basisonderwijs) gekozen kunnen worden, te weten:
- VWO
- HAVO
- VMBO
De eerste verbijzondering dient zich al aan. HAVO is een vreemde eend in de bijt. Waar de MAVO is verdwenen van het toneel (dit heet voortaan VMBO-TL) bleef de HAVO als instantie bestaan. Het zou in de lijn der verwachtingen liggen als ook deze een aanpassing behoeft naar bijvoorbeeld VHBO. Zie ter ondersteuning de doorstromingen (blauwe pijlen) welke plaatsvinden. Hiermee zou de volledige indeling logisch en begrijpelijk zijn. Echter zou je je af kunnen vragen, wat maakt het nu uit hoe het heet? Maar toch zit hier een bron van het imagoprobleem waar het VMBO mee speelt.
Laten we als voorbeeld Apeldoorn pakken. Apeldoorn is de 11e gemeente (bron: Wikipedia 2019) van Nederland met ruim 160.000 inwoners. Apeldoorn kent 20 voortgezet onderwijsscholen, waarvan 10 scholen binnen de scope van dit blog vallen. Gezamenlijk bieden deze scholen 7x VWO, 6x HAVO en 3x VMBO aan (bron: Scholenopdekaart.nl 2019). Bijzonder is dat er ook (nóg steeds) 8x “MAVO” wordt aangeboden via de eigen sites van deze scholen. Een onderwijsstroom die formeel niet eens bestaat!! Van de 8 zijn er 3 specifieke VMBO-scholen, scholen die zich dus specifiek op het VMBO hebben gericht, maar alle drie via hun website “MAVO” ook nog steeds als stroming onderkennen.
Kennelijk wordt “MAVO” graag gelezen door de ouders van (toekomstige) leerlingen, of is er in ieder geval het gevoel bij de scholen dat dit zo is. MAVO lijkt een marketingterm te zijn geworden. Dit wordt trouwens gestaafd door de termen MAVO+, MAVO Extra, etc. Dit zou te maken kunnen hebben met de mogelijke doorstroming naar de HAVO! Er zijn 5 scholen die een “MAVO” aanbieden, waar ook een HAVO-afdeling aanwezig is. Doorstroom hier zou makkelijk moeten zijn en naar verwachting ook veel gebruikt moeten worden. Echter de cijfers uit 2018 (bron: Onderwijsincijfers.nl 2018) bewijzen een totaal ander beeld:
- Doorstroom VMBO-MBO: 17900 (97%)
- Doorstroom VMBO-Havo: 600 (3%)
Kortom de doorstroming die de indeling van ons onderwijssysteem voor ogen heeft, is ook de doorstroming die het overgrote merendeel van de leerlingen volgt (mbt het VMBO dan). Toch kiest ruim de helft van alle ouders van leerlingen voor de onderwijsinstellingen waar MAVO-HAVO-VWO aangeboden wordt tov de VMBO scholen. Kennelijk houden we vast aan oude termen en oude gevoelens en zou de praktijk ons moeten leren dat het VMBO een plaats verdient in ons stelsel en in imago niets onder hoeft te doen aan de andere stromingen.